logo-nvvk

Nederlandse Vereniging van Kustzeilers

 

MijnKustzeiler

Het kennis en informatieplatform van de Kustzeilers

Volador V – Ruud van Oers

Reis: Een nieuwe start

Periode: 30-08-2019 – 12-09-2019

 

Een nieuwe start: van ‘Wandelaar’ naar ‘Volador V’

Traject: Granville - Stavenisse             

Al enkele jaren speelden we met de gedachte om later een kleiner zeiljacht aan te schaffen. Geen verre zeiltochten meer, dichter bij het water, lichtere bediening, meer zeilplezier, kortom terug naar de basis. Bij Nova Yachting in Bruinisse hadden we zelfs al eens een proefvaart gemaakt in een First 20 en op de natte Hiswa 2018 had ik uitgebreid rondgekeken in een First 25 (we blijven Bénéteau-fans). Door het grotendeels ontbreken van stahoogte, comfort, zeegaande eigenschappen, etc., allemaal zaken die op onze vertrouwde ‘Wandelaar’ vanzelfsprekend waren, was het idee al gauw weer op de achtergrond geraakt. 

Tot het vroege voorjaar van 2019. Toen het om zwaarwegende medische redenen onafwendbaar leek de ‘Wandelaar’ te verkopen en de boot vervolgens verrassend snel een nieuwe Duitse eigenaar vond. Na een aantal ingrijpende operaties en een gunstig verlopen herstelperiode van de schipper begon het eind juli toch weer te kriebelen.

Zouden we niet opnieuw…….? Dus werd het oude plan van stal gehaald, nu met de focus op de iets grotere broer. De First 25, een beproefd model met ophaalbare kiel, zeewaardig genoeg voor Wad- en kustzeilen, met enig comfort én een ingebouwde motor, was de moeite van een nadere kennismaking waard. Dus huurden we een midweek zo’n boot bij Ottenhome in Heeg en gingen het IJsselmeer en de Wadden op. Het was prima proefvaartweer (zon, regen en wind tussen 3 en 6 Beaufort) zodat we een goede indruk kregen van de zeil- en leefeigenschappen. En die vielen zeker niet tegen. Nadelen waren er uiteraard ook, maar die leken deels oplosbaar en deels overkomelijk.

 

Na enige bedenktijd besloten we te gaan voor een First 25.  Nu is dit model eind 2018 bij de Bénéteau-werf uit productie genomen, dus moesten we op zoek naar een bij voorkeur jong gebruikt exemplaar. In Nederland was er op dat moment geen aanbod, in Duitsland waren voornamelijk oudere boten te koop, in Frankrijk daarentegen vonden we wel diverse jonge occasions, die bovendien vaak gunstig waren geprijsd. Maar hoe koop je vertrouwd een gebruikte boot in het buitenland en hoe haal je die vervolgens naar Nederland? We zijn gewoon maar begonnen met heel veel informatie te verzamelen bij de verschillende aanbieders. Uiteindelijk zijn we na uitvoerig mailcontact in zee gegaan met een Engelssprekende makelaar uit Cherbourg die een vijf jaar oude, weinig gebruikte First 25 S in de aanbieding had in de haven van Granville, niet ver van St. Malo. Wat bij deze keuze meespeelde was de wens om de boot zelf terug te zeilen. Want de Baai van St. Malo en de naburige Channel Islands kenden we goed van vorige reizen en alle andere aanbiedingen lagen geografisch een stuk verder weg. Dus in week 34 met de camper naar Normandië gereden, de boot helemaal zelf geïnspecteerd op het droge én in het water, een proefvaart gemaakt en toen dit allemaal goed uitpakte, een bod gedaan en kort daarop de koop gesloten. We hadden immers haast. De boot was echter eigendom van een maatschap van vijf personen, die allemaal moesten tekenen en volgens afspraak zou er nog wat werk aan de boot gedaan worden: onderhoudsbeurt motor en keuring reddingvlot. Hierdoor konden we pas een week later vertrekken. Die week hebben we thuis bemanning geregeld, een verzekering afgesloten, een helmstokautomaat gekocht, inventaris bij elkaar gezocht en nog vele, vele andere dingen.  

En toen brak op 30 augustus het moment van de waarheid aan: De ‘Volador V’ begon onder Nederlandse vlag aan de thuisreis naar Zeeland, een kleine 400 mijl naar het noordoosten, met de schipper en een oud-collega als bemanning (Joke reed de camper voor de tweede keer 700 km terug naar Rijsbergen). Gelukkig was het mooi weer met nauwelijks wind zodat de maidentrip op de motor naar de Chaussey-archipel rustig verliep en onderweg de nog voor vertrek geïnstalleerde stuurautomaat ingeregeld kon worden. Wel was er die dag sprake van een extreem springtij met een coëfficiënt boven de 100. Met als gevolg dat we enkele uren na aankomst met laag water konden pootje baden rondom de nog juist drijvende boot, maar ook dat we ’s nachts (onverwacht) korte tijd droog en scheef kwamen te liggen aan de meerboei. De opgehaalde kiel blijft namelijk buiten de romp, de roeren komen omhoog en slechts met geïnstalleerde wad-poten blijf je rechtop staan. 

De volgende dag de eerste zeilervaring:  mooi hoog aan de wind naar Jersey met verrassend weinig water aan dek. Ook de dagen daarna, varend tussen de eilanden met meer wind en een rif in het grootzeil en soms motor-zeilend, verlopen goed.  Het vertrouwen in de boot groeit met de dag. Kleine gebreken doen zich uiteraard voor, maar die kunnen we grotendeels onderweg al oplossen. In de havens hebben we veel bekijks en aanspraak: twee oudere heren op een klein spartaans uitziend zeilscheepje, naar huis varend in het najaar over de woelige zee, dat valt op tussen de vele comfortabele 40-voeters en groter. 

 

Om de nog steeds gunstige weersomstandigheden maximaal te benutten besloten we in één keer over te steken van Cherbourg naar Boulogne. Het betekende een nachtje doorhalen en dat viel op onze leeftijd niet echt mee, vooral toen het tegen het einde van de 140-mijls-trip ook nog eens flink begon door te waaien. Maar we arriveerden net voor de regen, die in volle omvang losbarstte, in de jachthaven van Boulogne sur Mer, waar we het slaaptekort droog en in alle rust konden inhalen. Tijdens de volgende tussenstop - het bij ons altijd favoriete vestingstadje Gravelines - kwam Joke aan boord en samen zijn we het laatste stuk naar huis gevaren. Door de straffe noordenwind en de bijbehorende hoge deining was het tussen de Vlaamse banken niet bepaald rustig, maar eens temeer bewees onze First 25 haar kwaliteiten.                                                                                                                                                          Voor de rest van het seizoen hebben we een tijdelijke ligplaats gehuurd in Stavenisse. Een mooie uitvalsbasis voor tochtjes op de Oosterschelde, waarbij ook de code 0 voor het eerst uit de zak is geweest . Tevens zijn er een aantal  kleinere verbeteringen aangebracht, zodat de boot al wat meer eigen is geworden. Komende winter gaan we door met verdere aanpassingen en kijken alvast uit naar het voorjaar van 2020.