logo-nvvk

Nederlandse Vereniging van Kustzeilers

 

MijnKustzeiler

Het kennis en informatieplatform van de Kustzeilers

De Wulp – Joost Geise

Reis: van Tallinn naar Nederland via het Götakanaal

Periode: 03-06-2019 – 29-08-2019

 

Van Tallinn naar Nederland via het Götakanaal

Eind augustus 2019 liep onze lemsteraak De Wulp (15 m; uit 1912) bij Lauwersoog Nederland binnen als afsluiting van vier achtereenvolgende vaarseizoenen in de Oostzee, gestart in juni 2016. Het eerste seizoen ging via de kusten van Duitsland, Polen, Litouwen, Letland en de Golf van Riga naar Tallinn. In 2017 en 2018 voeren we rond de Finse zuidkust, met in beide jaren een uitstapje naar het Saimaa-meer op de grens van Finland en Rusland voor het jaarlijkse operafestival in Savonlinna. Ook die jaren overwinterden we in Tallinn.

Dit seizoen wilden we terug naar Nederland voor noodzakelijk onderhoud. Met daarbij – voor de eerste keer – dwars door Zweden via het Götakanaal. Ondanks de bijnaam Scheidingskanaal, vermoedelijk vanwege het grote aantal sluizen (64), wilden we dit toch eens meemaken.

dewulp-01

Op 3 juni vertrek uit Tallinn en via Barösund naar Ekenäs aan de Finse zuidkust. Daar bleek de Zweedse (!) marine oefeningen te houden, zelfs herkenbaar op de AIS. Steun voor Finland, dat immers geen lid is van de NAVO, en als signaal naar Rusland?

Kustwacht controles

Noord van Hangö, de zuidwestpunt van Finland, verschijnt op tegenkoers een inspectievaartuig van de Finse Kustwacht. Even later draait deze om, inspectie aan boord, en als eerste vraag waar we vandaan kwamen. Vermoedelijk vonden ze het vreemd dat een Nederlands schip al zo vroeg in het seizoen in Finland voer. Met onze verklaring - overwintering in Tallinn - klaarde de sfeer meteen op, mede omdat ze in het schip geen vluchtelingen tegenkwamen. Het bezoek eindigde met hun verzoek foto’s van ons klassieke interieur te mogen maken. Natuurlijk!

dewulp-02

Kustwachtcontrole bij Hangö, Finland

De tocht ging verder via Åland - hoofdstad Mariehamn. Daar hadden we onze eerste zomerstorm met Oost 8 Bft. Maar verdubbelde landvasten gaven voldoende zekerheid. 

Vanuit Mariehamn kwamen we Zweden binnen bij de veerhaven Kappelskär, met daar onze 2de Kustwachtcontrole, nu door de Zweden. De twee charmante Kustwachtdames in hun rib waren pas tevreden na intensieve controle van onze paspoorten. Misschien wordt er inmiddels toch sterker gesurveilleerd op de pleziervaart vanuit zee. We meerden af in Furusund, pal aan de vaargeul voor de ferry’s tussen Stockholm en Finland/Estland.

Stockholm en omgeving

Een weekje Zweedse scheren, via Sandhamn (bekend van de gelijknamige crimi-serie), Vaxholm (imposant kasteel) en Gustavsberg (porceleinfabriek) bracht ons voor het Midzomerfeest in het centrum van Stockholm, met een ereplaats aan het voormalige Marine-eiland Skeppsholmen. Prachtige plek, en logistiek handig voor onze bemanningswisseling. Daarvandaan naar het westelijk gelegen Mälaren merengebied. Met stadjes als Mariefred (Gripsholm kasteel met de grootste Nationale Portretgalerij van Zweden), Strängnäs met de grote kathedraal, en Birka op het eilandje Björkö, waar in de 8ste en 9de eeuw de Vikingen hun (roof)tochten tot aan Rusland en het Midden-Oosten begonnen. Birka is inmiddels Werelderfgoed.

Eind juni werd het tijd voor het Götakanaal. Eerst zuidwaarts via Södertälje en Trosa naar Nyköping. Via Arkösund arriveerden we op 28 juni bij het gehucht Mem, 20 mijl west van Arkösund. Hier is de eerste sluis van het Götakanaal.

Götakanaal

Soms wordt de term Götakanaal gebruikt voor de gehele 210 mijl (4 x het Kielerkanaal) lange waterroute tussen Mem en Göteborg. Maar feitelijk is dat niet correct. Want vanaf Göteborg gezien is het westelijke deel (45 mijl) van het “Götakanaal” een rivier, de Göta Alv, die via het Trollhättekanaal verbonden is met het Vänernmeer. Het Vänern is het grootste meer van Zweden, ruwweg 5 maal het huidige IJsselmeer. Pas tussen het Vänern en het Vättern-meer (circa 2 x IJsselmeer) loopt het westelijke deel (35 mijl) van het echte Götakanaal, met het hoogste punt circa 92 m boven zeeniveau. Het oostelijke deel van het Götakanaal (50 mijl) loopt vanaf het Vättern tot aan de Oostzee, via kleinere meren zoals het Boren- en het Roxenmeer. Dus slechts minder dan de helft van het “Götakanaal” is gekanaliseerd, en een fors deel behoort niet tot het Götakanaal zelf.

dewulp-03

Routekaartje Götakanaal

dewulp-04

Hoogtekaartje Götakanaal

De 58 sluizen van het Götakanaal zijn alle op leeftijd, de meeste rond de 100 jaar oud. Ze zijn ook  primitief: bij een gemiddeld verval van 2,5 – 3 m hebben ze geen afmeerpunten in de sluismuren, slechts ringen aan de bovenzijde. Dit betekent dat een schip dat omhoog wil schutten eerst een bemanningslid bij de sluis moet afzetten. Die loopt vervolgens met twee lijnen met het schip mee de sluis in, bevestigt daar de lijnen om de ringen en stapt pas weer aan boord bij de laatste sluis van het setje. Want vaak zijn er meerdere sluizen meteen na elkaar (“sluistrap”), soms 5 en zelfs 7 sluizen achter elkaar.
Ook het schutten gaat verre van subtiel: het instromende water lijkt veel op een kleine waterval. De voorgeschreven procedure is daarom: achterlijn zo verticaal mogelijk vastzetten, en niets meer aan doen, de voorlijn een halve scheepslengte naar voren, en die lijn via een blokje naar de scheepslier in de kuip brengen om deze in te lieren bij het stijgen van het water. Dat lijkt simpel, maar dan moet je wel lieren hebben. En die zitten niet op De Wulp. Ik had dus visioenen van staande op het voordek 29 ton massa aan een lijntje te bedwingen. Hetgeen me niet eenvoudig leek.
Onze oplossing was een derde lijn als voorspring te monteren, met als idee dat door het stijgen van het water telkens één van die voorlijnen wat speling zou krijgen en vervolgens zonder veel problemen kon worden ingehaald. Dat bleek uitstekend te werken, en we kregen veel complimenten van het sluispersoneel dat dit nog niet eerder had gezien. Bij het schutten naar beneden volstaat de lijnen dubbel te nemen en rustig te vieren.
Bijkomend voordeel met De Wulp bleken onze afmetingen. De sluizen hebben vrijwel identieke maten: 32 bij 7,5 m. Omdat De Wulp ruim 5 m breed is (inclusief stootwillen), en met roer en getopte kluiverboom 17 – 18m lang, kon er geen schip naast, en eigenlijk ook geen schip er achter. Waardoor we vrijwel altijd als enige werden geschut. Maakte de schuttijd ook weer veel korter.

dewulp-05

De sluizen gaan open...

    dewulp-06

                                                    Met een voorspring gaat het gemakkelijker…

 

Passage Götakanaal en Vättern

Na de eerste paar sluizen hadden we de schutprocedure onder controle. In 2 vaardagen namen we de eerste 15 sluizen over een afstand van 28 km, en lieten we De Wulp in Linköping begin juli even achter voor een gepland kort bezoek aan Nederland. Na 3 nieuwe vaardagen met 21 sluizen over 40 km waren we in Motala, waar het Götakanaal overgaat in het Vättern-meer. Met onderweg erg aardige stadjes als Söderköping en Borensberg.

Op het Vättern zijn veel interessante havensteden. Zoals Vadstena, dat niet alleen een imposant kasteel heeft, in 1545 door Gustav Vasa gebouwd, maar ook een klooster voor monniken én voor nonnen tegelijkertijd. In 1370 gaf Rome hiervoor toestemming. En Karlsborg, bekend door zijn enorm grote fort. Daar begonnen we aan het westelijke deel van het Götakanaal, met nog één stijgsluis en daarna het smalste kanaaldeel van 7,5 m, even smal als de sluizen zelf. Er geldt daarom éénrichtingverkeer, geregeld via verkeerslichten.

dewulp-07

Het smalste stukje Götakanaal

Daarna zakten we via 18 sluizen over 35 km naar het 50 m lagere waterniveau van het Vänern-meer. In alle rust kwamen we na 2 vaardagen aan in Sjötorp, waar het Götakanaal in het Vänern uitstroomt. De gehele Götakanaal-passage vanaf Mem, met de 58 sluizen over de (theoretische) 190 km, was daarmee in 11 vaardagen afgelegd, exclusief 5 toeristische waldagen. De kortste kanaal-passage kan in 5 -6 vaardagen. In de praktijk liep het allemaal erg soepel, met slechts geringe wachttijden bij de sluizen. Twee keer moesten we max. 2 uur wachten, in beide gevallen bij de sluistrappen van 5 dan wel 7 sluizen; waren we net in anti-fase.

 

 

Opera op het Vänern

Het grote Vänern heeft allerlei interessante reisdoelen. Zoals Kristinehamn en Karlstad in het noorden, en in het zuiden Mariestad, onder meer bekend om zijn grote kathedraal. De afstand van Sjötorp naar Mariestad is 25 mijl. Maar je kunt afsteken als je niet hoger bent dan 18 m, dan is het maar 10 mijl. Wij zijn bijna 19 m, dus dat gaat niet. Denk je. In alle pilots en op alle kaarten staat immers de brug met 18 m. Maar één, nieuwe, kaart vermeldt, naast 18 m, ook 19,9 m; bij 10 m doorvaartbreedte! Die kaart was van NV-Verlag, een uiterst betrouwbare Duitse kaartenleverancier. Niemand kon uitsluitsel geven, dus de havenmeester van Mariestad gebeld. “Ja, die 18 m klopt”. “Maar wij zijn 19 m”. “Oh, dat gaat ook wel goed, het water staat niet zo hoog”….
Dus toch maar richting brug gevaren. In het midden staat heel duidelijk 18 m. Maar NV-Verlag is toch betrouwbaar? Dus heel voorzichtig, en met geknepen billen, langzaam vooruit. Want zoiets nauwkeurig vanaf de kuip inschatten is lastig. Maar het gaat goed, en we denken inderdaad rond 1 m speling te hebben. Een uiterst plezierig gevoel. En Mariestad bleek beslist een extra ligdag waard.

dewulp-08

Gaat dit goed met 19 m masthoogte?


Daarna ZW-waarts via Lidköping naar Läckö, een plek vermaard om het Läckö-slot, een van de mooiste van Zweden. We vinden ondanks de zeer kleine jachthaven en de geringe diepte een prachtige plek, bezoeken het kasteel, en horen dat die avond daar Mozart’s Figaro speelt. Op de binnenplaats. Uitverkocht, maar toch nog een paar restplaatsen voor ons. Iedereen blij.

dewulp-09

Het Läckö slot op het Vänern meer, precies één plekje over!

Naar Göteborg

Na een paar dagen op het Vänern beginnen we bij Vänersborg aan het Trollhätte-kanaal, in 1800 geopend. Dat is een geheel ander kanaal, bedoeld voor de beroepsvaart van en naar Göteborg, met 6 dito sluizen die rond 90 bij 13 m meten, met een gemiddeld verval van circa 8 m. Maar wel even primitief als die van het Götakanaal: slechts inspringende bolders in de sluismuren op verticaal zo’n 3 meter en horizontaal 15 – 20 m. Dus op voor- en achterdek lijnen overpakken. Gelukkig is er zakkend weinig waterturbulentie.

dewulp-10

Eén van de sluizen in het Trollhättekanaal

De 6 sluizen passeren we in 6 uur, over een totale afstand van zo’n 30 km. Nauwelijks wachttijden. Daarna gaat het nog 25 mijl stroomafwaarts naar Göteborg waar we in de jachthaven Lilla Bommen, hartje centrum Göteborg, een plekje kunnen vinden. 28 juli, met 800 mijl in 2 maanden sinds Tallinn.

dewulp-11

Jachthaven Lilla Bommen in hartje Göteborg

Depressietrein

In Göteborg dreigt een weersverandering. Na bijna 2 maanden met veel zon, rustige winden en temperaturen tot boven de 30° begint een krachtige westcirculatie. Dus eigenlijk zouden we snel moeten oversteken naar de oostkust van Jutland, om daar met westenwinden aan de hoge wal te zitten. Maar dat gaat logistieke problemen geven voor onze geplande bemanningswisseling in Göteborg. Daarom zakken we af langs de westkust van Zweden via Varberg en Halmstad naar Helsingborg. In Kopenhagen beginnen de opstekende zuidwestenwinden door te zetten. Gelukkig nauwelijks met regen. We hebben een prachtige ligplaats bij het Admiralen Hotel en tegenover het nieuwe Operagebouw. Op onze afmeerplek vinden juist 3 avonden met balletuitvoeringen plaats. Tribunes voor 1000 man, maar wij kunnen het uitstekend vanuit de kuip bewonderen.

Verwaaid

We liggen 5 dagen in Kopenhagen. Deels vanwege de harde ZW wind, deels ook om een technisch probleem aan boord op te lossen. Maar in Kopenhagen is dat geen straf. Dan komt er even een windgat, en kunnen we via Dragör naar Vordingborg, aan de zuidzijde van Seeland. Daarna komen nieuwe depressies, waardoor we naar verwachting 3 -4 dagen niet kunnen varen. Om verwaaid liggen op een eiland te vermijden varen we naar Nyköping, halverwege de Guldborgsund tussen Lolland en Falster. Daar zijn goede voorzieningen.

Duitse Bocht naar Lauwersoog

In Nyköping liggen we inderdaad 4 dagen verwaaid, waarna even een rustig moment komt. Goed voor de 50 mijl oversteek naar Heiligenhafen op het Duitse vasteland. Vandaar wordt het overzichtelijker. En kunnen we ons concentreren op een weergat voor de Duitse Bocht.
Dat dient zich aan tijdens onze tussenstop in Rendsburg. Dus snel via Brunsbüttel naar Cuxhaven. Daar is het overvol, omdat iedereen wacht op de beloofde oostenwind 2 dagen later. We varen ‘s-ochtends vroeg uit met 40 andere schepen (iedereen lijkt hetzelfde getijboekje te gebruiken). De bijna 70 mijl naar Norderney gaan in 11 uur. Ook daar is de jachthaven overvol, dus slechts plek aan de handelskade. De volgende ochtend om 07:00 uur met hoogwater naar zee richting Lauwersoog. We arriveren daar om 13:00 uur, meer dan drie jaar na ons vertrek uit Nederland begin juni 2016.

dewulp-12

Welkom in de Robbengatsluis?

Het resterende deel naar Enkhuizen en Muiden geeft geen problemen, slechts het plezierige gevoel van thuiskomen!

Joost Geise