logo-nvvk

Nederlandse Vereniging van Kustzeilers

 

MijnKustzeiler

Het kennis en informatieplatform van de Kustzeilers

Callista –  Wouter Kruijt

Reis: Outer Hebrides

Periode: 18-07-2019 – 14-08-2019

 

Outer Hebrides, Schotland

Je weet het nooit met het weer, je kan een plan hebben maar, het staat of valt met het weer bij de start!

We, opstapper Simon en ik, hebben geluk: het start goed! Met een zeer zwak windje starten we vanuit Enkhuizen naar Den Oever, schutten, motorsailen richting het Molengat om het tij nog net te halen en eenmaal buiten zet de routine in. 430 Mijl te gaan naar de Pentland Firth. Het wordt een prima tochtje, met een lekker WZW windje en tot Rattray Head een gemiddelde van bijna 7 knoop! De eerste avond net voor de shipping lane zie ik een bui aankomen en besluit nog snel even het IJsland tentje aan de buiskap te ritsen: met de achterflappen dan ook dicht zit je heerlijk droog en uit de wind. Net op tijd, want een vette regenbui trekt over ons heen. Een onbekende boot in de buurt die meeloopt besluit ca. 50 meter voor een vrachtschip langs te varen, huh! Niet slim.

We eten heerlijk Simon’s nasi maaltijden, goed toeven aan boord. Zoals gewoonlijk ben ik weer eens veel te moe, en slaap bijna 12 uur per dag. Dat was blijkbaar even nodig, maar met Simon op de bok geen probleem. Uiteraard krijg ik een halve preek dat het toch maar wat minder moet met dat werken…

In de Moray Firth moeten we om het nieuwe windpark heen rommelen, en valt langzaam de wind weg. Dat komt mooi uit, want we waren wat vroeg voor het tij door de Pentland Firth. In de mist rommelen we daar doorheen, precies met goede timing, maar zelfs dan zie je nog de stroom met een halve knoop per 10 minuten toenemen.

Over een gladde zee motoren we richting Cape Wrath, maar na het bekijken van de windverwachting besluiten we een stop te maken halverwege in Kyle of Tongue, net voor Loch Eriboll. Met het staartje avondlicht ankeren we in een lichte regen en nemen er een neut op. 45 meter ketting uit, en dat is niks te weinig want ’s nachts waait er een dikke 7 over ons heen. We liggen heerlijk!

De volgende middag is het weer prima, na een show van grienden zeilen we onder gennaker richting Cape Wrath. Niet lang, want iemand zet de wind aan en een uur later hakken we met twee reven en een half weggerolde kluiver in een ZW windje daarlangs. Prachtig!

In een wegvallende wind kruipen we ’s nachts over een doodstille Minch richting Ullapool. Daar komen we na een enorme hoosbui in de vroege ochtend aan, een ruime vier dagen na vertrek uit Enkhuizen. Als Nederland naar de 40 graden gaat, baden wij in 28 graden in Noord Schotland!

Maarten en Julie-Anne Snel verwelkomen ons met bijboot en Kustzeilers-vlag en een heerlijk kopje koffie.

Brigitte (moest nog werken) vliegt naar Inverness en wordt s middags gebracht door onze Schotse kennissen van al lang geleden We hebben met z’n allen in een zomerse setting een heerlijk gezellig avondje.

Simon reist weer terug (Simon, weer super dank voor het bemannen!) en wij vertrekken richting de Outer Hebrides.

 

We maken een mooie tocht via de Summer Isles (lekker gezwommen!), Stornoway (waar we Dick Koopmans tegenkomen en een zaadje planten voor nieuwe woeste plannen), Scalpay en Tarbert. Wat een rust, prachtig landschap, heel veel zeeleven, en we boffen met het weer!

Her en der drijvende steigers, meerboeien, en bovenal nauwelijks bootjes. Vinden we wel lekker! Maar wel veel kreeft, langoustines (heerlijk!) en goed eten.

 

Omdat het zulk rustig weer is besluiten we door Harris Sound naar de Atlantische kant te gaan en blijven twee dagen op Taransay, voor anker in een bijna Caraïbische baai. Rob en Lynne, onze Schotse vrienden, halen we op aan de westkant van Tarbert (daar komt al helemaal niemand) en we genieten van het samenzijn.

Wederom onder gennaker naar Lochmaddy, alweer een prima steiger maar weinig te beleven op de wal. Maar je kan het hier slechter treffen!

Onder gennaker de Minch over naar Skye, waar we de Talisker stokerij in Loch Harport met een bezoek vereren. Zes bootjes aan de moorings, that’s it!

Langs het eiland Soay (lees het boek Island on the Edge en je weet hoe het is hier te leven…) naar de waanzinnige gave ankerbaai tussen de 900 meter hoge bergen er vlak achter. De waterval wordt ’s nachts na een stevige regenbui drie keer zo groot, wat een plek!

Tevens een uitstekende gelegenheid om met Schotten samen vijf soorten whiskey te testen; unaniem blijkt tot onze verrassing een gewone Famous Grouse het te winnen van 12 jaar oude single malts. We leren weer.

Na een wandeling bij de baai door naar Kyle of Lochalsh, waar we afscheid nemen van onze vrienden.

 

We moeten ook weer terug en kijken al dagenlang naar het weer. Het liefst willen we niet door het Caledonisch kanaal (dat kennen we al, kost drie dagen, diesel en geld), maar om weer bovenlangs te gaan moet je wel een gaatje hebben in het weer…..

Dat lijkt er te zijn, en hop we gaan over een oliegladde zee naar het Noorden, motorend tussen alle kreeftenkorven door. We ankeren ’s nachts 40 mijl onder Cape Wrath west van Ullapool (we durven met al die korven niet door te motoren), en moeten de volgende dag tegen een NNO windje naar boven. Met wat lij van de kust gaat dat vrij aardig, en rond middernacht ronden we in inmiddels een stevige NW wind Cape Wrath en spuiten naar het oosten. Mazzel! Mooi met het tij mee door de Pentland Firth en gezien de weersverwachting (oost 7) besluiten we twee nachten in Wick te blijven. Prima haven, grappig stadje, goed toeven. En een prachtig Heritage museum, laat dat niet lopen!

Voor het eerst kacheltje aan, puzzelen en boekje lezen, prima!

 

Met wederom precies een mooi gaatje vertrekken we ’s avonds richting Nederland, eerst 4 uur motoren maar dan komt de wind, gaat de boom in de kluiver en spuit het zuid-oostwaarts. ’s Nachts bij Aberdeen een gijp, maar dat is dan ook het meest enerverend van de hele oversteek. Maximaal hebben we een dikke zes, maar het is mee dus prima te doen.

Drie dagen later lopen we het Molengat weer aan, maar met enige twijfel: het is precies LLWS, en staat 4 cm meer dan kaartnivo (dus maar 4 meter in het ondiepste stuk), en er loopt nog een deining van een dikke meter. We zien boten naar buiten komen, en besluiten weliswaar pal op lagerwal toch maar binnen te lopen. Twee reven, fok, motor bij, alles dicht, pak aan en aangelijnd. Dat gaat goed, maar inderdaad, als we al langs het strand naar het zuidwesten zijn gedraaid, ineens een enorm lawaai, ik geef vol gas op de motor en een berg water en schuim spat net bij de spiegel langs de boot. Grondzee. Dat ging maar net goed…..

Na een nachtje in Den Helder huiswaarts. Als we de volgende dag in Enkhuizen afmeren draait inderdaad de wind ’s avonds naar Zuid.

Mooie reis, mooie weatherwindows, genoten van de eilanden!